BUICK BT 2015-sp

Op een warme zomeravond in pakweg 1974 stond ik op het balkon van de flat van de prachtige M te genieten van het laatste zonnetje toen ik aangenaam gestoord werd door het prettige geluid van een V8. 
Er komt een sjofele Amerikaanse bak de straat in schuiven en ik denk ’Wow, stoer ding!’ De auto stopt één flatgebouw verder en tot mijn grote verbazing stapt Stephan R. uit.
Via de regenpijp en het onderliggende balkon sta ik in no-time beneden.
‘Hé Stephan, hoe gaat ie!’
‘Oh hi Kees, huh-huh, huh-huh’.
We zaten ooit samen op de ulo en Stephan was altijd wel een vrolijk baasje maar hij had em nu al aardig hangen.
‘Hoe kom je aan zo’n auto?’ (stomme vraag natuurlijk, gewoon kopen)
‘Ja eh, gewoon kopen hè’.
We lullen nog een kwartiertje door en Stephan blijkt niet rijk te zijn en ook geen vetbetaalde baan te hebben.
‘Kom, gaan we even een blokje om’ stelt Stephan voor. Een vriend van hem komt aanlopen met een plastic zak met wat euroflessen bier dus we kunnen gaan. Stephan zet de voorbank in de luiste stand, zakt onderuit en geeft rustig gas en rijdt direct tegen een geel Dafje aan. Hij rijdt even achteruit, maakt een onverstaanbaar grapje waar hij zelf erg om moet lachen en probeert het opnieuw, dit keer zonder iets te raken. We maken een ritje door het Deldense bos en de Buick blijkt zeer comfortabel en zelfs wel snel als je hard op het gas stampt.

De enorme deuk in de bestuurdersdeur was veroorzaakt door een tram die de auto midscheeps geramd had (trams kunnen bijna niet remmen) maar ondanks dat sloot de deur nog redelijk goed en het chassis had al helemaal niet te lijden gehad van de botsing. Ze waren met 5 boertjes gaan stappen in Amsterdam en laat op de avond toen ze allemaal stronken waren had Stephan nog wat onduidelijke manoeuvres uit gevoerd en één daarvan eindigde in een confrontatie met een tram op de Overtoom.
‘Foutje bedankt, ik kan me niet langer vrijmaken!’ mompelde hij nog tegen de trambestuurder en weg waren ze, vol gas terug over de E8 naar Tukkerland.

Een paar maanden later was Stephan wat minder enthousiast over zijn Buick want de koppeling was gaan slippen. Hij had een offerte gevraagd bij een garage waar ze hem niet als klant wilden en die offerte was nogal stevig. Mijn sleutelervaring was toen nog vrij beperkt maar twee handige buurmannen zeiden dat het niet zo veel voorstelde en dat ik de auto gerust kon kopen. Ik geef Stephan 200 gulden en in Almelo koop ik een koppelingsplaat en de handige buurmannen schroeven de nieuwe plaat erin. Inderdaad geen heftige klus want je kan overal goed bij. 
De Buick Special is een genot om in te rijden, het enige echte nadeel is dat ik bijna dagelijks aangehouden wordt. Van ‘Wat denken wij dat wij aan het doen zijn?’ bij onduidelijke manoeuvres tot ‘Mogen we even in de kofferbak kijken?’ Zeer vervelend maar kennelijk stonden in de lesboekjes op de politieacademie veel foto’s van boeven in leren jekkies  in oude Amerikanen. 
We buigen wat draadeinden in U vorm, drukken die door de gaten van de deursierstrip en schroeven er van binnen wat moeren met ringen op. Sleepkabel aan de draadeinden en met een andere auto haaks op de Buick trekken we met geweld de tramdeuk er uit. Bepaald nog geen strakke deur maar het ziet er toch al wat minder verdacht uit.

Eigenlijk is het allemaal de schuld van Oom Piet, de broer van mijn moeder. Oom Piet was een grote, deftige man en zijn fabriekje draaide goed. Zodoende kon hij zich elk jaar een nieuwe Amerikaan veroorloven. Eén keer per jaar kwam hij vanuit Den Haag zijn zus in Tukkerland opzoeken en daar verheugde ik me op want we gingen altijd een ritje maken in zijn laatste aanwinst. In de korte broek en met vers gekamd haar mocht ik dan bij hem op schoot zitten en een beetje aan het enorme stuur draaien en de claxonring bedienen.

Ik ‘studeerde’ in die tijd in Groningen en met verkering in Tukkerland reed ik regelmatig heen & weer behalve als de poen op was of als de verkering naar Groningen kwam. Om de tank vol te kunnen gooien dee ik allerlei klussen en zo werd ik al vroeg werkstudent/ZZPer. 
Met 2 vrienden op de voorbank rijden we door het centrum van Groningen op weg naar school. Bij een stoplicht staat een lesauto te wachten en ik rij er zachtjes tegenaan. Kloink (het was toen allemaal nog van ijzer) en de rijinstructeur draait zich woedend om, ziet de bak met de drie mannetjes op de voorbank en glimlacht als een boer met kiespijn en maakt wat nee,nee-niks-aan-de-hand gebaren. 
Het is december en we kunnen van Franse vrienden een huisje lenen in de heuvels van de Jura. Na wijs beraad kiezen we voor de Buick als vervoermiddel. Als nieuwe uitlaat monteren we een paal waar vroeger een verkeersbord aanzat die we voor-weinig op de IJzerwerf kopen. De prachtige M gaat mee, mijn broer met Duitse Herder en een buurman. Plek zat. Wij rijden snachts door Duitsland en de auto begint ontzettend te stinken. Schroeiend plastic lijkt het maar we vinden in eerste instantie niks. Ik had een cassettespeler op het dashboard geschroefd en de bedrading door ventilatiegleuven in het dashboard geleid maar dat bleek in orde. De lucht was echt niet meer te harden en bij min 6 reden we met zo veel mogelijk kleren aan en alle vier de ramen open van de ene Raststätte naar de volgende om daar dan weer op temperatuur te komen met koffie, soep en snacks. Totdat er later iemand achter het stuur een sigaret op wil steken en direct zijn vingers brandt aan de boordaansteker. Het ding had urenlang klem gezeten in de onderste stand en alles in buurt van de aansteker was totaal verbrand en verkoold. Aansteker uit het open raam gegooid, probleem opgelost en karren maar. Dit keer met de ramen dicht.Er lag nog niet veel sneeuw in de Jura en daarom gingen we schaatsen in Zwitserland. Een paar dagen daarvoor had het 3 kwartier gekost om dat land binnen te komen dus we wisten wel dat we niet erg welkom waren maar deze keer kostte het slechts 10 minuten. Na het schaatsen deden we nog après-schaatsbiertjes en wilden toen weer naar huis om daar het kachelfornuis aan te steken. Afgezien van een café waar licht brandde lag de Zwitsers-Franse grensovergang er donker en verlaten bij. ‘Stoppen we vandaag of geven we gewoon gas?’ Gàààààss!!! Er gingen geen toeters en bellen af en we reden ook niemand plat. De volgende dag lag er nog steeds te weinig sneeuw op de pistes in de buurt en zodoende stelde iemand voor om weer te gaan schaatsen in Zwitserland. Jezus, wat een stom plan! We werden op de heenweg al aangehouden, één hobby douanier kwam zelfs in skipak uit het café om zijn collega’s te helpen. De Buick kreeg een soort van APK keuring en onze kleding en bagage werd grondig onderzocht. Anderhalf uur later kregen we eindelijk onze paspoorten terug en mochten we verder.  

Alle gehuurde ski’s en stokken verdwenen moeiteloos in de kofferbak van de Buick. Die winter introduceerden wij jeans en leren jekkies op Zwitserse schaatsbanen en Franse skipistes.  

Share this: