USTour82 Moto’73 Deel 2 – sp

In het vorige nummer plaatsten we het eerste deel van de reiservaringen van Kees Hoekstra door de Verenigde Staten. Hij vertrok met zijn Harley Davidson uit New York richting westen naar Californië. In dit tweede deel volgen we hem vanaf San Francisco. Via Los Angeles, Las Vegas, het Yellowstone Park, Sturgis en Chicago rijdt Kees Hoekstra weer terug naar New York.

1 De Golden Gate brug is het bekendste punt van San Francisco

2 Een kijkje over San Francisco

3 Yellowstone National Park in de staat Wyoming

4 In de nationale parken is het water nog volkomen helder

5 Kommentaar overbodig

6 Las Vegas by night

7 De invloed van erosie op het landschap

8 Zo werd de Harley per boot vervoerd

Ik blijf nog ruim twee weken bij Linda met de Griekse achternaam, want behalve dat ze erg aardig is, vind ik – zoals veel Europeanen – San Francisco een prima stad. Zeer de moeite waard om te gaan bekijken is Chinatown (lekker en goedkoop eten). Het straatje bij de Fishermans Wharf, waar de beroemde cable cars nog rijden, blijkt het straatje te zijn waar de spektakulaire autoachtervolgingen voor wel vijftig speelfilms opgenomen zijn!
Het is ondertussen eind juli zodat ik nog pakweg tien dagen de tijd heb om in Los Angeles, Las Vegas en het Yellowstone Park te gaan kijken.

Bezoekje aan Easyriders Magazine

Meestal kijk ik als ik toch in de kiosk ben wel even Easyriders in. Het ,,motorblad” met de gechopte Harleys en de blote vrouwen. Met kennelijk schijt aan alles schrijven en drukken ze waar ze maar zin in hebben. Als lezer krijg je de indruk dat de redaktie nauwelijks aanwezig is op het ER hoofdkantoor en als ze er wel zijn rennen ze al dan niet onder invloed van de één of andere drug – als het lekker is, is het goed – achter ontklede dames aan die zo dom zijn geweest om te komen poseren.
Verder verwacht je in een oude wijk van Los Angeles, een vies oud pand aan te treffen gevuld met Harley onderdelen, lege bierblikjes en zo hier en daar wat verouderd kantoormeubilair. Dat is allemaal niet waar. Integendeel. De redaktie is gevestigd in een sjieke buitenwijk in een nieuw villa-achtig pand. Ik vraag me af of ik soms een verkeerd adres opgekregen heb, maar de vriendelijke dame bij de receptie weet van mijn komst en roept via een intercom Kim Peterson op. Kim, wel met een grote baard, zwart T-shirt en jeans, schudt mij zeer hartelijk de hand en wil alles weten over de reis en wil dia’s van me kopen.

Spider komt binnenlopen en zegt dat ie Holland te gek vindt, omdat je er van die fantastische pornofilms kan kopen. Ik ben geen kenner, zodat ik dat niet echt beamen kan, maar het is al heel wat dat een Amerikaan niet over tulpebollen en klompen begint te zeuren.
Bij Amerikanen is weinig bekend over Nederland. Het bezoek van onze Koningin, die zich nog even boos mocht maken in het Congres en de 400.000 anti kernwapendemonstranten op het Museumplein; er is nauwelijks aandacht aan besteed in de media en waarschijnlijk interesseert het de modale Amerikaan nauwelijks.
Bijna alle redaktieleden van Easyriders werken ook voor Iron Horse, dat in tegenstelling tot ER niet uitsluitend over Harleys gaat. Met veel goede raad voor de mooiste route naar Sturgis en een stapel leesvoer voor onderweg vertrek ik naar Las Vegas. Ik bedank hen voor de Mexicaanse lunch en zij bedanken mij voor de Harley Davidson olievlekken op de voordien nog maagdelijk schone stoep.

Las Vegas

Van Los Angeles via San Bernardino, weer door de woestijn, naar Las Vegas. Ik rij het grootste deel van de 300 mijl ’s nachts, omdat het overdag veel te heet is. Om een uur of vier rol ik op een schaars verlichte parkeerplaats m’n slaapzak uit om nog een paar uur te slapen. De volgende morgen blijkt dat ik vlak naast een mierennest lig en één van die rotzakken bijt mij nog gauw even in m’n bil, vlak voordat ik weer op de motor stap.
Bij een motorzaak in Las Vegas kom ik Kim Dorr tegen. Hij is op een Sportster uit Maine gekomen. Maine ligt in het uiterste noordoosten van de USA. Kim wil alles weten en stelt voor bier te gaan drinken. Dat is het soort voorstel waar ik bijna altijd wel op inga, maar in ieder geval op bloedhete dinsdagmiddagen in Las Vegas. We wisselen reiservaringen uit, Kim zegt dat ik bij hem en zijn vader, die hier woont, kan blijven logeren. We krijgen bieren aangeboden van een ,,redneck” (een zeer konservatieve Amerikaan), omdat we Harley Davidsons rijden. Zo hoort dat.
’s Avonds schuiven we in de Oldsmobile van zijn vader over ,,The Strip” met zijn luxueuze hotels en zijn grote casino’s. Zonnebrilletje op, radio aan, ramen naar beneden en nonchalant een elleboog op het portier. Las Vegas bij night is ongelooflijk mooi. De ontelbare lichtreklames zorgen samen voor zoveel licht dat ik foto’s kon maken met een vrij trage film en zonder flits!
We gaan hele dure pilsen drinken in Caesars Palace, omdat volgens Kim de serveersters daar zo smakelijk gekleed zijn. Een paar etages hoger treedt Cher (van Sonny) op en bij de buren in het MGM Grand staat Chrystal Gayle (Don’t it make my brown eyes blue) op de planken. Tom Jones, Frank Sinatra, Diana Ross en Willie Nelson komen in augustus en september de zakken vullen.
Voor het eerst na pakweg 7,5 duizend mijl geeft de Harley er de brui aan. De motor gaat op één cilinder lopen, terwijl de bougie van de andere vet en zwart wordt en om de haverklap vervangen moet worden. Ik kan de oorzaak niet vinden, maar hoef me daarvoor niet echt te schamen, want de Harley dealer weet het ook niet. We proberen van alles en na montage van nieuwe bougiekabels en kappen en een nieuwe bobine lijkt het probleem opgelost. Dertig mijl na Las Vegas gaat er nog een keer een nieuwe bougie stuk, maar daarna gaat het goed. Door de woestijnen van Nevada en Utah naar het noorden, naar Wyoming, waar ik drie dagen in het Yellowstone Park blijf. Het park zelf is qua oppervlakte gelijk aan Noord-Brabant, maar als je de aangrenzende parken erbij optelt is het waarschijnlijk zo groot als Nederland.
Van het Yellowstone Park rijd ik naar het oosten naar Sturgis in Zuid-Dakota, waar één van de grootste (zo niet de grootste) motortreffens ter wereld plaatsvindt (zie MOTO 73 nummer 25 van 1982).

Chicago

Ik kom uit het centrum en kachel over Interstate 90 West, maar ben er niet zeker van dat ik de goeie weg genomen heb. Ik neem de eerste de beste ,,exit” om wederom de kaart te bestuderen. Deze afslag komt uit in een wijk, waar uitsluitend negers lijken te wonen.
Twee ,,blanken” in een biertruck stoppen en raden mij aan om à la minute weer weg te wezen, omdat ze je hier een mes in je donder steken of doodschieten alleen omdat je ,,white” bent. De mannen in de biertruck wachten tot ik weer veilig terug ben op de Interstate. De meeste grote steden in de States hebben wijken waar je persé uit vandaan moet blijven. Ergens in Ohio wijst de mijlenteller 10.000 mijl meer aan dan toen ik ruim twee maanden geleden uit New York vertrok. Afgezien van wat kleine reparaties heeft de Harley het boven verwachting goed gedaan. Dit moet gevierd worden: ik trakteer de Harley op nieuwe olie (voor de vierde keer), een nieuwe achterketting, nieuwe remblokken (voor), stel de achtervorklagering en de primaire ketting, vervang de voorvorkolie en het derde setje kontaktpuntjes gaat erin.
Na negen weken en 16.000 km on the road word ik een beetje moe; ik zou wel weer eens op mijn eigen bank willen liggen, gewoon lui televisie kijken met een rustig persoon in de buurt, die weet hoe ik m’n koffie het liefst drink en aan wie ik omhoogborrelende Amerika herinneringen kwijt kan. Een goeie Hollandse pils zou er ook wel weer eens ingaan, want het Amerikaanse bier is niet echt om over naar huis te schrijven.
Aan de andere kant werkt het verslavend: ’s ochtends tentje opbreken, spul op de motor laden, olie- en benzinepeil nakijken, kaart bestuderen, roadnummers in je hoofd prenten en kachelen. Al je troep in twee tassen en een topbox. M’n helm hangt meestal ergens aan het topboxrek. Laag en breed zitten, vette roffel van twee 600 cc potten. Nieuwe horizons met grijze of blauwe luchten. Twee à drie keer per dag een (weg)restaurant opzoeken. Prima grote ontbijten voor 2 à drie dollar. Mijn Amerikaans is ondertussen zo goed dat, als ze de kentekenplaat van de motor niet zien, ze me niet meer vragen waar ik vandaan kom. (Hey pall, last time somebody held my arm like that it was to dance, and right now I can’t hear no music)

Country & Western Festival

Zondagavond stop ik in Ainsworth om koffie te drinken en een broodje te eten. Overal posters die ,,Welcome C & W fans” roepen. Ainsworth 14th annual Country and Western festival. Tot mijn grote vreugde is het nog aan de gang, vanavond is de finale en daar moet ik dus naar toe. Four blocs down the road zijn de fairgrounds en sportterreinen en er staan een paar honderd campers en caravans. Daar ergens middenin op een honkbalveld staat een dubbel podium waar behoorlijk goede c & W bands elkaar afwisselen.

Later op de avond, als bijna iedereen naar bed gegaan lijkt te zijn, loop ik bij m’n tent vandaan om ergens een pen te lenen om een brief te schrijven. Ik hoor nog ergens muziek vandaan komen en loop het veld op waar al de campers staan. Tussen twee – 50.000 pieterballen per stuk – campers staan onder een uitgerold zonnescherm een stuk of vijftien mannen en vrouwen met countryhoeden en honkbalpetten te spelen. Akoestiese gitaren, mandoline, viool, grote bas en een banjo. Ze staan vrij willekeurig door mekaar, het lijkt een chaos en soms wordt er doorheen gepraat, dat stoort kennelijk niemand. Soms pakt iemand zijn instrument in een koffer en gaat naar naar z’n eigen camper om te gaan slapen of af te reizen. Er wordt bijna niet gerookt en helemaal niet gedronken en de stemming lijkt vrij koel, maar hun muziek is fantastisch. De vrij nauwe ruimte tussen de twee campers zorgt op de één of andere manier voor een prima akoestiek. Dankzij de afwezigheid van elektrische versterkers is het geluid niet te geloven mooi. Hoezo Amerika geen eigen cultuur?

New Hampshire en Maine

In New Hampshire logeer ik bij een Triumph piloot, die eruit ziet alsof ie elke dag 100 man in elkaar slaat, maar het is een reuze aardige jongen, degelijk getrouwd en een huis dat netter en gezelliger is dan bij de meeste Amerikanen. We gaan naar de Drive Inn Bioscoop op twee Harleys, een Triumph en met een auto waarin de koelbox met bier meegaat. Het oude systeem van de drive-inn bioscoop met overal op het parkeerterrein paaltjes met speakers en regelbaar volume bestaat niet meer. Je moet een radio meenemen en die afstemmen op de golflengte van de bioscoop. Voor drie dollar per persoon krijg je twee speelfilms te zien. Inklusief reklame en pre-views ben je dan vier uur onder de pannen.
In Maine, dat met z’n uitgestrekte bossen en heel veel meren op Scandinavië lijkt, logeer ik nog twee weken bij Kim Dorr. Kim, die ongeveer dezelfde reis maakte op zijn negen jaar oude Sporster, is net terug en heeft nog geen zin om aan het werk te gaan. Kim stelt voor dat ik een tijdje bij hem kom werken in zijn timmermansbedrijfje en ene Brenda stelt voor dat ik bij haar kom wonen. Van die dingen, ja, dat is de moeite waard.


Motor kopen of huren in de States?

Harleys zijn in de States nieuw iets goedkoper dan bij ons, maar je zal waarschijnlijk de eerste paar weken/maanden fors afschrijven. Tweedehands Harleys kosten in de States net zo veel als in Nederland. Koop je er daar één, dan is het nadeel dat je (nog) niet weet wat je hebt. Het is dus beter om je eigen motor, mee te nemen. Ook vanwege de lol die je dankzij een buitenlandse kentekenplaat kunt hebben. In de States een motor huren is belachelijk duur (bijvoorbeeld een Sporster voor een week 550 dollar, Yamaha 650 voor een week 400 dollar) en ik ken trouwens maar één adres (in Californië) waar het kan. Verschepen van je eigen motor ligt dus voor de hand; voor weinig of geen geld een krat gaan halen bij een motorzaak en vervolgens de motor ingekrat afleveren bij een containerbedrijf in Rotterdam. Uiteraard verdient het aanbeveling dit twee weken van te voren te doen, zodat de motor op de plaats van bestemming is als je daar per vliegtuig aankomt. Twee enkele reizen kosten samen 1000 gulden inklusief alle kosten. Dit bedrag wordt berekend aan de hand van de afmetingen van de krat en van het totale gewicht van krat en motorfiets. Nou wegen bijna alle motoren minder dan een Harley en ook zullen ze in kleinere kratten passen, zodat het retourbedrag lager uit zal vallen als je niet met een Harley gaat, maar met een andere motor. Als ik half september terugkom in de New Yorkse haven is mijn krat nergens meer te vinden, ondanks door mij betaalde fooien en ,,opberggeld”. That’s New York man. (Gelukkig kom ik een zeer sympathieke timmerman tegen die toevallig en voor niks een nieuwe krat voor me heeft, iets te groot, maar hij zaagt alles op maat en helpt me bij het inpakken). New York is dus niet de ideale aankomst/vertrekplaats, maar vooral omdat het in die staat bijna onmogelijk is een goedkope WA-verzekering af te sluiten. Dat moet wel gebeuren, omdat geen enkele Nederlandse/Europese verzekering geldt voor de VS. Korresponderen met verzekeringsmaatschappijen in de States wordt een langdurige en ingewikkelde geschiedenis. Het makkelijkst en het goedkoopst is het om ter plekke een verzekering af te sluiten (zie ook mijn artikel in MOTO 73 nummer 5). Ik kocht in Pennsylvanië een WA-verzekering voor een half jaar voor 65 dollar. Boston (200 mijl ten noorden van New York) is waarschijnlijk de ideaalste havenplaats om je motor naar te verschepen, ook omdat daar vanaf Schiphol en Brussel rechtstreeks op gevlogen wordt. De (open) retour vliegticket kostte 830 gulden en het ruim drie maanden durende verblijf in de VS kostte 7 mille. Dat is relatief weinig geld en dat komt vooral doordat ik zoveel zeer gastvrije Amerikanen ontmoet heb.


Share this: