USTour82 Moto’73 – sp

In dit tweede artikel van Kees Hoekstra, die in de zomer van 1982 ruim 18.000 km door de States reisde op zijn per boot overgebrachte Harley Davidson, vertelt hij over zijn reis van New York naar Californië, dwars door Amerika. De aankomst in New York, het christelijke jongemannen hotel – met bijbel in het nachtkastje -, televisie shows, gastvrije Amerikanen, pizzeria’s zonder Italianen, open haarden, dope, bier, woestijnen, bier en Californische cops.

1 In Amerika is alles groter: de grootste reklame die ik ooit gezien heb

2 New York City, Greenwich Village

3 Het paradijsje van de snelste pianostemmer ter wereld, Siegfried Kellenbach

4 Ed’s store: Humphrey Bogart en Lauren Bacall hebben hier nog getankt

5 Great Salt Lake Desert: als het geluid van de motor uit je hoofd verdwenen is, is het absoluut stil!

6 De Mountain Cabin in Colorado Springs, waar ik gastvrij onderdak vond

Tilt en televisie

Vrijdagmorgen 18 juni om 10 uur kom ik aan op John F. Kennedy Airport. Oponthoud bij de douane: de metaaldetector springt op tilt als mijn tas met o.a. vijf kilo gereedschap er onderdoor gaat. Alles uitpakken en uitleggen, wat kom je doen en hoeveel geld heb je bij je. Bus en metro zijn moeilijk te vinden en het kaartje naar Downtown New York kost $ 5. Alles bij elkaar ben ik pas om vier uur bij de YMCA (christelijke jongemannenhotel) in de 32e straat. De haven waar ik de motor op zou gaan pikken, is al om drie uur gesloten. Fout getimed dus, want nu zit ik het hele weekend zonder motor. Een twee bij drie kamertje, 17 etages hoog, kost twintig dollar. Geen bad op de kamer, maar gemeenschappelijke doucheruimtes aan het eind van de gang. Douchen en ondertussen de jekker met papieren, travellers cheques en geld in de gaten houden.
Wel een kleuren t.v. met tien zenders op m’n kamer. Misschien hebben ze wel gelijk die Amerikanen. Een wastafel en/of douche gebruik je tien minuten per dag en met een goeie televisie kun je je best een paar uur per dag vermaken; alle soapopera’s en meer programma’s die wij pas volgend jaar in Europa krijgen.

WA-verzekering voor de States

In Nederland wist echt niemand me te vertellen hoe ik de motor WA verzekerd kon krijgen voor gebruik in de States, maar in New York City weet ook niemand dat. Na wel dertig telefoontjes met verzekeringsagentschapjes vind ik een verzekeringsagentschap/hypotheekbank/reisburo met Spaans sprekend (Puertorikaans) personeel, die na drie dagen onderhandelen een verzekering heeft voor $ 350, Dat is inklusief 177 dollar N.Y. State importbelasting en een New York State kentekenplaat. Geldigheidsduur twee maanden. Dat is te kort en ik voel er niets voor om importbelasting te betalen en een New Yorkse kentekenplaat te kopen. Dan maar zonder voorlopig.
De volgende dag ben ik net New York State uit en sluit ik in het eerste het beste stadje in Pennsylvania een WA-verzekering af: $ 65 voor een half jaar. Geen importbelasting en geen nieuwe kentekenplaat.

Aardige mensen in Ohio

Na een rit van een paar uur over bochtige wegen door de heuvels van Pennsylvania en Ohio stop ik aan het eind van de middag voor koffie en benzine bij een antiek tankstationnetje/kruidenierszaak/postkantoor. De zaak heet Ed’s Store en Ed komt zelf de tank volgooien en een praatje maken. Of ik zin heb in een pils en straks mee wil eten. Ja natuurlijk (lust een hond worst?)
Een uurtje later zitten we in de achtertuin om de barbecue te lullen over Amerika, Ohio en Holland.
De volgende morgen probeer ik in ieder geval voor de pilsen te betalen, maar daar willen ze niets van weten.
Veertig mijlen verderop stop ik bij een ,,Independant” (naam voor motorzaken die niet officieel Harley dealer zijn, maar wel alle onderdelen – en meer – te koop hebben voor lagere prijzen) omdat er een paar kleine dingen aan de Harley moeten gebeuren. Ik mag zelf meesleutelen en als het spul klaar is laat de baas mij prijslijsten zien – zodat ik kan zien dat alles korrekt op de rekening staat – en rekent een laag uurloon ($ 10).
Een paar plaatselijke ,,wild guys” vinden dat ik moet blijven zodat ze ’s avonds kunnen laten zien hoe bikers in Ohio ,,party-en”.
Ik vind zelf dat ik verder moet want op deze manier kom ik daar nooit. Ik word uitgezwaaid alsof ik Charles Lindberg ben die net aan z’n reis over de Atlantische Oceaan begint.
Een uur later word ik in de berm getoeterd door een stationwagon, waaruit een zeer enthousiaste meneer stapt die lang geleden in Nederland geboren is en toen de zeer Hollandse naam Siegfried Kellenbach gekregen heeft en nu, naar hij zelf beweert, de snelste pianostemmer van de States is.
,,Ik zag je Nederlandse kentekenplaat man, die had ik al in jaren niet meer gezien!” Wat zie je er slecht uit, je hebt vast in dagen al niet meer gegeten. Kom vanavond bij ons eten joh, mijn vrouw kan uitstekend koken.” Sieg heeft voor zichzelf en zijn gezin een waar paradijsje gebouwd. Het huis ligt in een dal en het hele dal hoort bij het huis.
Beneden een grote schuur, waarvoor vier auto’s staan, zodat het lijkt alsof ze bezoek hebben, maar alle auto’s zijn van de familie. Naast de schuur nog wat hokken voor geiten, kippen, eenden en ganzen (de volgende dag bij het ontbijt komen er zowel eende- als ganzeëieren op tafel).
Daarnaast een meertje waarin gezwommen kan worden. Om in zo’n paradijsje te wonen moet je in NL wel een paar miljoen achter de hand hebben.

La Junta, Colorado

Een openluchtfeest in de stad. Twee bands, die elkaar afwisselen, spelen muziek waarvan ik dacht dat ik daar voor naar Mexico had moeten reizen. Een paar honderd mensen, vanaf drie tot 90 jaar en voor het grootste deel Mexicanen, staan uitbundig te swingen en allerlei heerlijke snacks te eten.
Drank blijkt, zoals bijna overal in de States bij dit soort openluchtgelegenheden, niet geschonken te mogen worden. ,,Sorry sènor, no beers”.
Ik maak een ritje door de stad, maar vind geen café waar ze mij een biertje zouden kunnen verkopen (van lange ritten door hete woestijnen kun je écht ontzettend dorstig worden).

Bij een tankstation dat ondanks het late uur) nog open is, moet ik weer het hele verhaal over de reis vertellen aan de eigenaar, die ook altijd – Harley-gereden – heeft.
Hij wijst mij een goede bar aan de rand van La Junta. Binnen prima rock ’n roll en alweer dansen en achter het café wordt vuurwerk afgestoken. Ik ga met een pils bij het schaars verlichte zwembad zitten, waar het vuurwerk afgestoken wordt.
Op de parkeerplaats voor het café heeft iemand een rooie ,,Fat Bob” naast mijn motor gezet.
Binnen komt er direkt een man in een leren jekker en met een mooie vriendin zich voorstellen (Marc & Janine) en ik moet weer het hele verhaal vertellen. Hij had over mij gehoord van de tankstationhouder (new kid in town) en was direkt op zoek gegaan. Ze moeten nog naar een feestje en of ik zin heb om mee te gaan. Ja natuurlijk (lust een hond worst?) Langs de 24 uur per dag geopende Supermarkt gereden om een paar sixpacks te halen. Dat bleek niet nodig, want het huis van de vrienden van Marc was afgeladen vol bier en andere drank.
Groot feest dus die avond.
De volgende morgen – we hadden eigenlijk bij Janine haar ouders in het zwembad zullen gaan liggen, maar het is te koud – gaan Marc en ik naar een Body Shop om de steun van de top box te laten lassen.
Marc belt vervolgens vrienden van hem die in een mountain cabin” vlakbij Colorado Springs wonen.
Wat voor introduktie ik meegekregen heb weet ik niet, maar ik word wederom zeer gastvrij ontvangen. Als ik aan het eind van de middag in Colorado Springs aankom staan de bieren koud en er wordt een grote barbecue voorbereid.
Er volgen een paar zeer Amerikaanse dagen: met Gaylon naar de bioscoop, – hij is manager van een bioscoopcomplex – en als aan het eind van Star Trek 11 de aftiteling op het scherm komt, kijkt hij op z’n horloge en trekt mij mee naar de zaal ernaast waar de laatste twintig minuten ,,Poltergeist” meepakken. Dat gebeurt nog twee keer, zodat we in drie uur de ontknoping van vier speelfilms zien.
Daarna met Gaylon en Carol naar een pizzeria, waar tot mijn verbazing niet één Italiaan te bekennen is, maar wel prima pizza’s.
Na een paar dagen vind ik dat ik weer eens verder moet en Gaylon heeft al familie en vrienden gebeld, die op de route naar Californië wonen, om te vertellen dat er een reizende Hollander op bezoek kan komen. Echt ongelovelijk gastvrij zijn ze. Wildvreemde mensen die je zomaar aanspreken, op je schouder slaan (Hey man, how you’re doin’ today?). Het zal ze waarschijnlijk een zorg zijn als het niet goed met je gaat, maar aardig is het allemaal wel.
Zowel de Harley, als de Hollandse kentekenplaat blijken prima visitekaartjes. Mijn leukste ervaringen op dit gebied deed ik op in streken die niet echt dicht bevolkt zijn en waar weinig of geen tourisme is.

Gastvrijheid, een Amerikaanse traditie?

Het beeld (en het imago) van de ,,lonesome cowboy” die – of dat nu op een paard of op een motorfiets is – door de States reist, op zoek naar werk en een plaats om zich te vestigen of gewoon op bezoek bij oma die 3000 km verderop woont, is weliswaar zo goed als verdwenen, maar ligt de Amerikanen nog vers in het geheugen.
Reizen en onderdak verlenen zijn zodoende een deel van de Amerikaanse geschiedenis geworden. Misschien dat bovengenoemde feiten de Amerikaanse gastvrijheid een beetje verklaren. Wie het beter weet mag het zeggen. Feit blijft dat ik bij zoveel mensen uitgenodigd word dat het geen toeval kan zijn. Een Harley piloot uit Maine, die ongeveer dezelfde trip gemaakt had, deed ook uitstekende ervaringen op.
Keerzijde van de medaille is dat je het als neger of chinees wel kan schudden. Als je je dan ook nog op een Suzuki, of zoiets, verplaatst kun je het helemaal wel vergeten. Amerikanen zijn een trots en stoer volk en zowel racisme als chauvinisme zitten er ingebakken.
,,Hey man let me tell ye somethin’. Holland may be a nice little country but this country, this country is the best country in the world”. Als je dan vraagt waar ze nog meer geweest zijn, blijkt meestal dat ze hun eigen staat nog nooit uit geweest zijn, maar dat kan niet bommen; this country is the best.
Vanuit Colorado Springs rij ik naar Denver en daarvandaan via Highway 70 naar het westen. Het is koud in de Rockies en naar mijn idee vrij duur. Bij een café-restaurant zit ik een uur voor de open haard en de eigenaresse vertelt dat het ding bijna het hele jaar door brandt.

Green River, Utah: stoned als een garnaal!

Behalve dat ik nodig iets goedkoops moest eten, moest er in Utah ook geschuild worden tegen regen, wind en zand. Een hele echte woestijnstorm. Nog mazzel gehad trouwens, want de 120 kilometer door de woestijn, zonder huizen, cafées of tankstations, scheen de zon.
Het is even droog en ik ga weer op pad. Dat blijkt een vergissing, want ik ben Green River nog maar net uit, of de regen komt weer met bakken uit de hemel.
Dat doet behoorlijk pijn in m’n gezicht, vooral op m’n roodbruin verbrande voorhoofd. Hand er voor en doorkachelen tot onder een viaduct. Vlak daarvoor had ik al een chopper zien staan tegen een paal langs de kant van de weg.
Onder de brug zit een zwaargewicht bikerduo, spijkerbroeken en jasjes met badges, speldjes, padges.
Hij: 100 kilo plus, dikke kop, lang blond krulhaar en dito baard.
Zij: ongeveer hetzelfde, maar uiteraard zonder baard en met van die hele grote ,,jongens”.
Že hebben net een klapband overleefd. Bear en Ladonna wachten op een vriend die hun en de chopper op komt halen met een pick-up truck. Met hulp van Bear zoek ik een paar plaatsen op m’n roadatlas om te kijken of ik eerst naar San Francisco of eerst naar Los Angeles ga. Op dit kruispunt moet er gekozen worden.
Het hangt vooral af van de kleur van de lucht, maar na een tijdje is het overal weer stralend blauw. Ik besluit eerst naar San Francisco te gaan omdat ik daar de leukste adressen heb. Aan de weg die ik dan neem wonen Bear en Ladonna en zij nodigen mij uit bier te komen drinken, roken en slapen.
Eerst komt er een bak kippebouten op tafel, vervolgens belt iemand de Pizza-hut om een walgelijk grote pizza met-alles te bestellen. Na het eten weer bier op tafel en een plastic bak met ,,pot”.
Dit is pas echt belangrijk volgens Bear die twee sticks draait. We drinken, roken en lullen over van alles en nog wat en behalve dat ik gewoon moe was, word ik zo stoned als een garnaal. Niettegeloven! Afijn, dat moet ook gebeuren af en toe. Bomvrij geslapen.

Next Services 87 miles: A city-boy in the desert

De volgende morgen krijg ik eerst nog even een bergpas, alvorens de woestijn in te duiken. We komen boven de 3300 meter, de Harley komt ondanks het zware werk nauwelijks op temperatuur, zodat ik de oliekoeler afplak en mijn eigen temperatuur met behulp van een dikke trui onder de jekker weer op peil breng. Boven op de pas ligt zelfs nog sneeuw. 100 kilometer verderop is het al weer warm, zeer warm zelfs. De begroeiing gaat van groen naar lichtbruin en lichtgrijs. De bergen gaan langzaam maar zeker over in The Great Salt Lake Desert.
In deze buurt, op the Bonneville Race Track, is de firma Triumph zo’n 20 jaar geleden dermate tekeer gegaan dat ze er een ,worldspeed-record for motorcycles” vestigden en vanaf die tijd de naam Bonneville gebruikten voor de 650 twins.
Met behoorlijk veel late-avond-zon en met een volle tank rijd ik langs het ,,Next Services 87 Miles” bord. Voor me uit, bijna zover als je zien kan, rechte weg en aan de horizon wederom bergen.
Hard aan het gas snokken en doorscheuren. Door de bergen met vrij scherpe bochten en volop gelegenheid om in een ravijn te donderen. Nooit meer teruggezien… Ze vinden je echt niet terug, denk ik….
Dit is verdomme wel een geheel nieuwe sensatie voor een city-boy zoals ik. Ik ga langzamer rijden (van 70 terug naar 55 mijl) en stop ergens in ,,the middle of fucking nowhere” om een sigaret te roken. Als het geluid van de | motor uit je hoofd is verdwenen is het absoluut stil.

San Francisco/Sauselito

Alles bij elkaar heb ik tot nu toe bijna 7000 kilometer gekacheld, freeways, interstates, highways, mountainroads en ik zou bijna zeggen dat de Harley geen slag gemist heeft. Niet overdrijven, want hij mist regelmatig een slag en soms maakt-ie er een paar waar helemaal niet om gevraagd is. Op sommige bergpassen zou ik er heel wat voor over gehad hebben als ik op een Triumph had gereden, maar op de lange afstanden is de Harley qua comfort onverslaanbaar; achterovergeleund tegen de polyester koffer (opgerolde slaapzak ertussen) laag gezeten in het brede zadel, benen naar voren, voeten op de tegen trillingen gedempte treeplanken, is het uren vol te houden. De meeste horecastoelen zitten niet half zo goed.
Terechtgekomen bij een dame met een griekse achternaam. Een adres dat ik gekregen heb van een Amerikaans Sportster-duo, dat met pech langs de E 8 in NL stond.
Zij bewoont een gedeelte van een grote luxe villa boven op een heuvel, vanwaar je uitkijkt over Sauselito Centrum en de jachthaven. Riant terras met pracht uitzicht en een tuin die 45° naar beneden gaat.
Linda met de Griekse achternaam neemt een paar dagen vrij en we gaan naar het strand. Van N.Y. naar Californië rij je bijna aldoor tegen de zon in en in de meeste staten mag dat zonder helm.
Op een avond word ik voor de 2e en de 3e keer in 7000 kilometer aangehouden. We waren bij vrienden van Linda op bezoek geweest en die schonken prima bieren. Om een uur of drie moeten we nog een behoorlijk stuk terugkachelen. Ik vergeet helemaal om te stoppen voor de zeskantige rode stopborden, die bij bijna elk kruispunt staan en waar bijna iedereen elke keer weer voor stopt. Ik niet, want ik ben dat niet gewend, en er was trouwens geen hond op de weg, behalve dus die plietsies.
Die worden behoorlijk boos, dreigen mij in de bak te stoppen (omdat buitenlanders hun bekeuringen nooit schijnen te betalen) en zeggen tegen Linda dat ze maar een taxi moet laten komen als ze nog naar huis wil.
Nadat ik al mijn voor hun onleesbare papieren heb laten zien mogen we weer gaan.
Langzaam en goed op de verkeersborden lettend, rijden we verder en worden een halve mijl verderop alweer aangehouden omdat we zo langzaam rijden.
Ik vertel dat we ,, half-a-mile-back” ook al aangehouden zijn en de (overigens zeer vriendelijke) agent verteld dat-ie zelf motor rijdt en dat-ie ‘m behoorlijk van Jetje zou geven nu het zo rustig is op de weg en dat-ie sowieso van Harley-rijders zou verwachten. Tja, ook dat is Amerika!

Share this: